You help make Hymnary.org possible. More than 10 million people from 200+ countries found hymns, liturgical resources and encouragement on Hymnary.org in 2025, including you. Every visit affirms the global impact of this ministry.

If Hymnary has been meaningful to you this year, would you take a moment today to help sustain it? A gift of any size—paired with a note of encouragement if you wish—directly supports the server costs, research work and curation that keep this resource freely available to the world.

Give securely online today, or mail a check to:
Hymnary.org
Calvin University
3201 Burton Street SE
Grand Rapids, MI 49546

Thank you for your partnership, and may the hope of Advent fill your heart.

2. Wat drift beheerst het woedend heidendom

1 Wat drift beheerst het woedend heidendom,
En heeft het hart der volken ingenomen?
De koningen verheffen zich alom,
De vorsten zijn vermetel saâmgekomen,
Om God, den HEER zelfs naar de kroon te steken,
En tegen Zijn Gezalfde op te staan,
Zij spreken saâm: "Laat ons hun banden breken,
En van hun juk en touwen ons ontslaan."

2 Maar d' Opperheer, die Zijn geduchten stoel
Op sterren sticht, en grondvest op de wolken,
Zal lachen met dat vruchteloos gewoel,
En spotten met den waan der dwaze volken.
God zal Zijn wraak ontdekken voor hun ogen;
Straks gloeit de lucht door 't vlammend bliksemlicht;
't Is God, die spreekt; Hij dondert uit den hoge,
En jaagt den schrik Zijn haat'ren in 't gezicht.

3 "Durft gij bestaan te twisten met Mijn kracht?
Zal nietig stof Mij 't hoog gezag ontwringen,
Of weerstand biên aan Mijn geduchte macht?
Ontziet Mijn toorn, verdoolde stervelingen!
Gij zult vergeefs Mijn rijksbestel weêrstreven!
Mijn Koning is gezalfd door Mijn beleid;
Hij, door Mijn hand op Sions troon verheven,
Heerst op den berg van Mijne heiligheid!

Pauze

4 En ik, die Vorst, met zoveel macht bedeeld,
Zal Gods besluit aan 't wereldrond doen horen.
Hij sprak tot Mi: "'k Heb heden U geteeld;
Gij zijt Mijn Zoon, Gij zijt Mijn eengeboren';
Zeg vrij Uw eis; Ik zal Uw macht verhogen,
Opdat Uw naam alom ontzaglijk zij;
Het heidendom ligg' voor Uw stoel gebogen,
En 't eind der aard' erkenn' Uw heerschappij."

5 "Uw ijz'ren staf, die al hun macht verplet,
Maak' hen eerlang eerbiedig' onderzaten,
En noodzaak' hen te buigen voor Uw wet,
Of sla z' aan gruis, als pottenbakkersvaten!"
O vorsten, wilt de wet der wijsheid horen,
Eer gij God zelv' en Zijn Gezalfde hoont;
O rechters, to den stoel der eer gekoren,
Verdraagt Zijn tucht, die u Zijn liefde toont.

6 Vreest's HEEREN macht en dient Zijn majesteit;
Juicht, bevend op 't gezicht van Zijn vermogen,
En kust den Zoon, van ouds u toegezeid,
Eer u Zijn toorn verdelg' voor aller ogen;
U op uw' weg tot stof doe wederkeren,
Wanneer Zijn wraak, getergd door uw gedrag,
U, onverhoeds, zo door haar gloed verteren,
Tot staving van zijn langgehoond gezag.

7 Welzalig zij, die, naar Zijn reine leer,
In Hem hun heil, hun hoogst geluk beschouwen,
Die Sions Vorst erkennen voor hun HEER:
Welzalig zij, die vast op Hem betrouwen.

Text Information
First Line: Wat drift beheerst het woedend heidendom
Language: Dutch
Publication Date: 1933
Scripture:
Topic: Bij het Verklaren van den Heidelbergsen Catechismus: Van het geloof; Bij het Verklaren van den Heidelbergsen Catechismus: Van den naam Christus; Bij het Verklaren van den Heidelbergsen Catechismus: Van Gods eniggeboren Zoon, onzen Heere
Tune Information
Name: [Wat drift beheerst het woedend heidendom]
Key: d minor or modal



Media
More media are available on the tune authority page.

Suggestions or corrections? Contact us
It looks like you are using an ad-blocker. Ad revenue helps keep us running. Please consider white-listing Hymnary.org or getting Hymnary Pro to eliminate ads entirely and help support Hymnary.org.