Text Results

Personalized Recommendations | Advanced Search

Showing 1 - 6 of 6Results Per Page: 10 20 50

Den, som mig føder, det er Gud min Herre

Author: Lobwasser; Marot; Ukj. Appears in 6 hymnals Lyrics: 1 Den, som mig føder, det er Gud min Herre, Mig sattes ei, hvad min Nødtørft mon være, Paa grønne Eng gjør han mig Ro og Lise, Og kvæger mig med Vand, som han mon vise, For sit Navns Skyld han og min Sjæl omvender, Og naadelig den rette Vei mig kjender. 2 Om jeg end gaar i Dødens Dal hin mørke, Vil jeg ei frygte, thi du er min Styrke, Du er med mig, min Gud, i allen Stunde, Din Kjæp og Stav mig trøster mangelunde, Du vil for mig di Bord saa vel berede, Og det mod mine Fienders Vold og Vrede. 3 Med Balsam du mit Hoved overgyder, Min Skaal er fuld af det, mit Hjerte fryder. Din Naade og din Godhed hos mig blive Den ganske Stund, mens jeg er her i Live; Saa skal jeg hjem til Herrens Bolig vende, Naar mine Dage skride ud til Ende. Topics: Syvende Søndag efter Trefoldigheds Fest Til Høimesse; Seventh Sunday after Trinity Sunday High Mass; Opholdelsen Used With Tune: [Den, som mig føder, det er Gud min Herre]

Az Ur én nekem őriző pásztorom

Appears in 2 hymnals Scripture: Psalm 23 Used With Tune: [Az Ur én nekem őriző pásztorom]

The Lord Is My Shepherd (Az Úr énnékem őriző pásztorom)

Author: C. Marot; A. Szenczi Molnár Appears in 1 hymnal First Line: The Lord is my Shepherd, He shall ever be near (Az Úr énnékem őriző pásztorom) Used With Tune: [The Lord is my Shepherd, He shall ever be near]

De God des heils wil mij ten herder wezen

Appears in 1 hymnal Lyrics: 1 De God des heils wil mij ten herder wezen; 'k Heb geen gebrek, 'k heb geen gevaar to vrezen. Hij zal mij zacht, in lifelijke weiden, Aan d' oevers van zeer stille waat'ren, leiden. Hij sterkt mijn ziel; richt, om Zijn naam, mijn treden In 't effen spoor van Zijn gerechtigheden. 2 Ik vrees niet, neen, schoon ik door duist're dalen, In doodsgevaar, bekommerd om moest dwalen; Gij blijft mij bij in alle tegenspoeden; Uw stok en staf zal mij altoos behoeden. Gij troost mijn ziel, en richt, in mededogen, De tafel aan, voor mijner hatt'ren ogen. 3 Gij zalft mijn hoofd; Gij doet mijn blijdschap groeien, En van Uw heil mijn beker overvloeien. Het zalig goed, mij door Uw gunst gegeven, Verlaat mij niet, maar volgt mij al mijn leven; Zodat ik in het heilig huis des HEEREN, Een lange reeks van dagen, blijf verkeren. Topics: Bij Plechtige Gelegenheden Op het Heilig Avondmaal; Bij het Verklaren van den Heidelbergsen Catechismus Van het H. Avondmaal Scripture: Psalm 23 Used With Tune: [De God des heils wil mij ten herder wezen]